Het overgrote deel van de mensheid zal zich ook in de toekomst laten leiden door een godsdienstige overtuiging. Voor een humane wereld is een intensieve interreligieuze dialoog hard nodig.
Wat is de plaats van de godsdienst in onze toekomstige samenleving? Zal de godsdienst als instrument van oorlog en afscheiding uitmonden in een gewelddadige clash of civilizations? Of zal de godsdienst juist voedingsbodem worden voor een toekomst die gegrondvest is op de beginselen van de humaniteit?
Uit de geschiedenis blijkt dat onder diverse vlaggen van de godsdienst de meest verschrikkelijke wandaden zijn gepleegd. Godsdienst als aanjager van intolerantie, discriminatie, oorlog en genocide. Nog steeds zijn er de varianten van Gott mit uns, God bless America en Allahu Akbar die de oorlogsretoriek tot hemelse proporties opblazen om vervolgens de vijand in te delen bij de ‘As van het Kwaad’ of ‘de Grote Satan’. Godsdienstwaanzin in de meest expliciete vorm.
Geen wonder dat seculieren zeggen dat ‘de godsdienst’ moet worden teruggedrongen tot in de privésfeer. Echter, godsdienst is en blijft voor de overgrote meerderheid van de wereldbevolking het leidende kader waarbinnen persoonlijke, ethische en politieke keuzes worden gemaakt. Hoe dan te reageren op de grote veranderingen van deze tijd, getekend door wereldwijde politieke, ecologische en economische crises?
We zien grofweg twee reacties op de uitdagingen die de nieuwe tijd op het bordje van de godsdiensten legt. Of men herhaalt de theologische fundamenten van weleer en beroept zich op de goddelijke autoriteit van het eigen heilige geschrift en de traditie. Of men zoekt naar een nieuwe synthese tussen de huidige tijd en het geloof.
De laatste optie betekent stevig huiswerk voor gelovigen van allerlei snit, joods, christelijk, islamitisch en wie zich maar aangesproken voelt. Het betekent concreet een zoeken naar de verbindende lijnen tussen godsdiensten onderling.
Een voorbeeld: In 2007 stuurden 138 geleerden en leiders uit alle islamitische geledingen de brief ‘A Common Word’ naar vertegenwoordigers van tal van christelijke kerken. Zij toonden nauwkeurig en respectvol aan dat in de joodse Thora, in het christelijk evangelie en de islamitische Koran ‘liefde’ het gemeenschappelijke woord is.
De liefde voor God is de liefde voor ieder mens naast je, als fundament voor een samenleving van recht, welzijn, vrede en compassie. De tijd is rijp om vanuit dit ‘gemeenschappelijke woord’ de godsdiensten grondig te hervormen.
We noemen drie thema’s. Allereerst zullen wij moeten leren de religieuze claim op de waarheid los te laten. Het is eenvoudig vast te stellen dat er talloze manieren zijn om God, of het goddelijke, te zoeken. Niet alleen als een fenomeen, maar ook als een geestelijke werkelijkheid.
Dit vraagt om een ingrijpend intern proces van ‘verlichting’ in alle godsdiensten. Eén interpretatie van Bijbel of Koran, of een cluster van dogma’s die in een bepaalde vroegmiddeleeuwse context zijn gegroeid bindend verklaren voor alle gelovigen van nu, is geestelijke dwang.
Als joden op grond van de bijbelse traditie zich het ‘uitverkoren volk’ weten, dan verstaan wij dit als een heilige opdracht zichzelf als een wenkend voorbeeld van recht en barmhartigheid te laten zien. Als christenen Jezus citeren dat hij ‘de weg, de waarheid en het leven is’, dan horen wij daarin een unieke uitnodiging voor iedereen om hem in liefde en medemenselijkheid na te volgen.
Als moslims van Mohammed zeggen dat hij de ultieme profeet van Allah is dan zien wij dat hij in een lange rij van mensen staat die doorgeven wat zij van Godswege hebben verstaan. De Eeuwige, God, Allah: het zijn woorden voor een geheim dat niemand in zijn eindeloosheid kent. Niemand heeft er ‘patent’ op en geen enkele godsdienst en levensovertuiging kan met die schijnexclusiviteit de ander buitensluiten.
Ten tweede: de universele rechten van de mens worden onverkort ondersteund, gefundeerd en verder uitgewerkt vanuit de eigen religieuze traditie. Teruggrijpen naar het ideaalbeeld uit het verleden is een vruchteloze bezigheid. Universele waarden zijn immers tijdloze waarden die een evolutie en modernisering van godsdiensten mogelijk maken. Mét behoud van de eigen identiteit.
Geweldloosheid, een rechtvaardige sociale en economische orde, erkenning van de individualiteit, gelijkberechtiging en zorg voor al wat leeft zijn daarbij uitgangspunten. Zij bieden praktische handvatten. Zo wordt ‘afvalligheid’ een individuele keuze, kunnen vrouwen overal gelijkwaardige posities bekleden en worden gemengde huwelijken voortaan gezien als een manifestatie van Gods liefde.
Ten derde, de strijd wordt aangebonden tegen de doorgeslagen vrije markt die binnen enkele decennia onze wereld in een diepe economische, ecologische en vooral ethische crisis heeft gebracht. Juist de godsdienst biedt de bouwstenen om het ‘geloof’ in de vrije markt te ontmaskeren als een systeem dat uiteindelijk moraliteit en ethiek uitholt.
Tegenover de wanorde van de markt moet een nieuwe orde van humaniteit gevonden worden die iedereen met elkaar verbindt en die toekomst schept.
Het spreekt voor zich dat een intensieve en kritische interreligieuze dialoog gevoerd moet worden. Zo lang God zich niet rechtstreeks openbaart aan de mensen, begeeft Hij zich nergens anders dan in en tussen de mensen. Het betekent niets anders dan dat we onszelf, en de ander, in ons mens-zijn leren begrijpen en leren waarderen. Dat is een basis voor een morele en existentiële verbondenheid die zijn weerga niet kent.
Meer info?
Origineel artikel in TC Tubantia
Ingekort artikel in Trouw
Reactie prof. Eep Talstra in Trouw
Reactie prof. Andree Droogers in Trouw
Reactie Nuweira Youskine in Trouw