Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on email
Studieverslag van ds. Herman Koetsveld naar de plaats van de Islam in het bredere theologische en maatschappelijke debat over godsdienst en samenleving. Studiemateriaal betrof voornamelijk het werk van prof. Hans Küng, 'de islam'.

Studieverslag van ds. Herman Koetsveld naar de plaats van de Islam in het bredere theologische en maatschappelijke debat over godsdienst en samenleving.

Inleidende opmerkingen

Het 1e deel van mijn studieverlof (Pasen-Pinksteren 2010) heb ik grotendeels gewijd aan de bestudering van het inmiddels wereldwijd vermaarde boek ‘Een seculiere tijd‘ van de Canadese cultuur-filosoof Charles Taylor. Ik ben – ook in theologische zin – gefascineerd door de culturele, wetenschappelijke en politieke verschuivingen in de moderne tijd met al zijn consequenties voor betekenisgeving, ethiek, levensbeschouwing en geloof. Taylor gaf me een doorkijk in de veelheid van cultuurhistorische bewegingen die het mogelijk maakt om taal te vinden voor ‘het verhaal’ dat van onze tijd verteld wordt.

Het lag voor de hand om verder door te denken over de rol van de godsdienst in deze uiterst dynamische tijd en dan ook natuurlijk met het oog op de toekomst van het samenleven: lokaal, nationaal en mondiaal. Tegelijkertijd voelde ik de behoefte om meer van de islam te weten te komen dan de gebruikelijke globale zaken van het inleidende college godsdienstwetenschap van ooit en de ‘dingen van de krant’. In zijn algemeenheid, omdat vanwege het huidige maatschappelijke debat over de islam de rol van de godsdienst opnieuw en met de nodige verwarring ter discussie staat; in het bijzonder omdat ik mij in de gaandeweg gegroeide samenwerking met de moslim Enis Odaci (zie www.koetsveld-odaci.nl) zo nu en dan meng in dit debat. Maar wel het meest, omdat ik steeds meer besef dat de secularisatiethese (‘de godsdienst is een achterhaalde zaak en het westerse wetenschappelijke wereldbeeld zal het vanzelf doen verdwijnen’) inmiddels door de feiten onderuit is gehaald: de mens is en blijft ‘ongeneeslijk religieus’, al maken de aloude geloofswaarheden in rap tempo plaats voor een breed gedeeld diffuus en doorgaans op het gevoel geënt religieus besef.

De keuze viel op de studie van prof. dr. Hans Küng ‘De Islam’ (Kampen 2006) die dit boek als laatste in een trilogie (na ‘Het Jodendom’ (1991) en ‘Het Christendom’ (1994)) publiceerde. Ik had natuurlijk voor een of ander inleidend islamologisch werk kunnen kiezen, maar Küng bouwt zijn studie op in het perspectief van niet minder dan de vraag naar de toekomst van het menselijk samenleven. Zijn enorme kennis van de verschillende tradities staan telkens garant voor allerlei opmerkelijke dwarsverbanden die hij aan zijn lezers voorlegt. Daarbij is zijn drijfveer een door alle grote religies ondersteund ‘Weltethos’. Ik vind dat buitengewoon inspirerend, visionair, troostend en voedend, zowel voor mijn persoonlijk als ambtelijk zoeken. De door Küng geïnitieerde ‘Verklaring van het wereldwijd ethos’ (1993) en het door honderden vooraanstaande vertegenwoordigers uit de islamitische wereld onderschreven en aan de christenheid geadresseerde ‘A common Word’ (2007) met allerlei reacties heb ik eveneens nader gelezen (zie bijlages). Deze laatst genoemde uitgave bleek in zekere zin een vervulling van de door Küng zo nauwkeurig in beeld gebrachte en voorziene ontwikkelingen in de islamitische wereld gevolgd door de historische gebeurtenissen in wat ‘de Arabische lente’ is gaan heten. Bradley Shingleton publiceerde een interessant artikel waarin de betekenis van ‘A Common Word’ in relatie met het ‘Weltethos’-project van Küng c.s. wordt geschetst…

Download het gehele studieverslag als PDF
Download de bijlagen als PDF

Share on facebook
Share on google
Share on twitter
Share on linkedin