Op deze laatste zondag van het jaar 2012 schildert de evangelist Lucas ons twee mensen op hoge leeftijd voor ogen: Simeon en Anna. Het zijn beiden, zo blijkt, mensen die leven van de verwachting van wat komende is. Zij weten – vertrouwen, hopen – dat de wereld van hier en nu niet af is, maar dat de Eeuwige een opening naar de toekomst zal maken met de komst van de messias die diepingrijpend op de geschiedenis zal blijken te zijn. Als wij vandaag terugblikken op het afgelopen jaar, dan laten we ons leiden door zo’n gelovig kijken. Verstaan wij de tekenen van de tijd? En zien wij sporen van die radicale beweging van vernieuwing waarvan de profeten van weleer en in hun voetspoor ook Jezus van Nazareth getuigden? Oftewel: hoe duiden wij de tijd waarin wij leven en hoe kijken wij van daaruit naar de dag van morgen?
In dit jaaroverzicht sta ik stil bij gebeurtenissen of bewegingen die onze kijk op de onderliggende ‘beweging van de tijd’ (zo noem ik dat nu maar even) beïnvloeden. Dat dat een uiterst subjectieve, selectieve en dus altijd arbitraire keuze is moge duidelijk zijn. Ik benoem eerst een aantal gebeurtenissen wereldwijd, vervolgens van onze samenleving om daarna stil te staan bij een aantal opvallende zaken uit de wereld van kerk en theologie. Met een korte persoonlijke terugblik en een poging tot duiding van de tijdgeest ook met het oog op het nieuwe jaar sluit ik dit overzicht dan af.
“De wereld draait door”
Zo noem ik dit hoofdstukje wereldwijd. Want misschien is dit wel het meest opvallend van het afgelopen jaar: de enorme aandacht die het zogenaamde einde van de Maya-kalender op 21 december heeft gekregen. Ooit was de suggestie gedaan dat dat het einde van de wereld zou betekenen. En die gedachte was gaan leven. En hoe. Via de social media, maar niet minder via de gebruikelijke media van kranten en TV werd er voortdurend op teruggekomen en naarmate de datum dichterbij kwam werden de reportages en berichten ook in de serieuze internationale pers intenser.
Natuurlijk, de berichten werden vaak met een wat lacherige toon gebracht, maar er zat ook een ondertoon van: wie weet is er toch iets van waar. Een ondertoon die immers gevoed wordt door de doorgaande onheilspellende berichten over de klimaatveranderingen, de financiële en economische crisis en de oplopende spanningen met name in het Midden-Oosten en alle internationale verhoudingen die daarmee samenhangen.
Sinds het uitbreken van de financiële en economische crisis roept elke deskundige dat ‘vertrouwen’ of ‘hersteld vertrouwen’ en alle varianten de remedie is om tal van de grote problemen van onze tijd te overwinnen. De vraag die daarin altijd volstrekt onbeantwoord blijft is deze: vertrouwen in wie of wat? Vertrouwen is immers per definitie een woord van relatie: ik vertrouw jou. Maar wie is die ‘jij’ die vertrouwt zou moeten gaan worden? De leiders van deze wereld die geen oplossingen weten? De Markt als de nieuwe almachtige God? Maar dan wordt ons vertrouwen inderdaad meetbaar consumentenvertrouwen.
De klimaattop in Doha (Qatar) van begin december leverde niets op, terwijl het iedereen volstrekt duidelijk is dat de aarde de door de mensheid veroorzaakte uitstoot van CO2 op termijn niet meer kan compenseren met alle nu al voelbare, maar op langere termijn onoverzienbare gevolgen van dien. En ja, dan staat even later genoteerd dat er nog nooit zoveel CO2 in de atmosfeer heeft gezeten als in 2012 en dat er voorlopig geen zicht is op een betekenisvolle afname. De redenatie is simpel: onze westerse leefstijl is de norm die alle landen willen zien te halen. Waarom dan nu genoegen nemen met minder als die rijke landen zelf maar blijven doorgaan in het ongekend hoge consumptie- en dus ook productieniveau? Voorbeeld: als alle mensen van deze wereld dezelfde hoeveelheid vlees en vis gaan eten als wij nu doen zullen de gevolgen aan de natuur en het gehele ecologische systeem catastrofaal zijn. Het probleem is dat inderdaad steeds meer mensen hetzelfde consumptiepatroon als dat van ons gaan nastreven. Of beter gezegd: ons consumptiepatroon is met het oog op de grote problemen van deze aarde volkomen onverantwoord.
Omdat de overheden en de internationale overlegorganen niet in staat blijken te zijn om op basis van een gezamenlijke visie op de toekomst bindende afspraken te maken ontstaat er tegelijkertijd een groeiend besef bij de burgers en tal van bedrijven: wij moeten het zelf gaan doen. Het besef dat er energieneutraal en ecologisch verantwoord geproduceerd moet gaan worden groeit wereldwijd. De vernieuwende initiatieven tuimelen over elkaar heen, soms ideologisch, soms commercieel getoonzet of een combinatie van die twee en dat lijkt mij een uiterst hoopvolle ontwikkeling. Want daaronder zit een diep besef van verantwoordelijkheid gepaard met een uitbundige geestkracht van creativiteit. Gisteren onderstreepte Herman Wijffels samen met het onderzoeksburo Motivaction deze waarneming: het gaat aan naar een nieuwe mensen met elkaar verbindende ecologisch verantwoorde kleinschaligheid. En dat is goed nieuws.
Iedereen hoopte ook op doorgaand goed nieuws uit de Arabische wereld. Was er in eerste instantie sprake van een Arabische lente, nu durven weinigen het nog aan om de gebeurtenissen die daar gaande zijn als een ‘lente’ te betitelen. De gebeurtenissen in Egypte, Tunesië, Libië en Syrië en de provocerende houding van Iran zijn allen verbonden met de vraag naar de positie van de islam ten opzichte van de roep om democratische hervormingen. Het aanvankelijke optimisme is inmiddels zwaar getemperd, omdat het proces van een dictatuur naar een volwaardig en goed functionerende democratische rechtsstaat nu een keer niet in een paar jaar voor elkaar is. Ons land bijvoorbeeld is in een geleidelijk proces van een dikke eeuw daar naar toe gegroeid.
Blijft wel staan dat we in onze tijd getuige zijn van een nog niet eerder in de geschiedenis voorgekomen beweging: die van het breed gedragen verlangen naar vormen van democratie in door de islam gedomineerde landen die tot voor kort door alleenheersers en hun clan werden geregeerd. En natuurlijk speelt dan de vraag naar de islamitische wetgeving, de sharia – die overigens op tal van manieren blijkt te kunnen worden uitgelegd en toegepast – hoe die als basis te gebruiken voor wetgeving in een moderne samenleving met allerlei minderheden en niet-gelovigen?
Het net aangenomen referendum in Egypte is er een sprekend voorbeeld van dat dat de gemoederen tot op het bot verdeelt. Want is er hier sprake van een door de meerderheid opgelegd dictaat dat de weg vrijmaakt voor een nieuwe op een bepaalde opvatting van de islam gebaseerde dictatuur? Of biedt deze grondwet wel de ruimte voor anders-gelovigen, of niet-gelovigen als volwaardige burgers met dezelfde rechten en plichten?
De spanningen tussen Israël en de Palestijnen liepen dit najaar uit op een bijna oorlog. Palestina heeft in de Verenigde Naties inmiddels de status van waarnemer gekregen. Het rechtse kabinet van Israël meent deze stap te moeten afstraffen met nieuwe grootse bouwprojecten op de Westoever en dat tegen alle door de VN aangenomen resoluties in. De verschuivingen die nu plaatsvinden in de omliggende Arabische landen en met name het gevaarlijke nucleaire spel dat Iran speelt heeft alle ingrediënten in zich voor een nieuwe grote oorlog in deze regio.
Ik ben opnieuw in negatieve zin onder de indruk geraakt bij het samenstellen van dit overzicht van alle berichten over de onderdrukking, vervolging, pesterijen tot en met verbanning en moordpartijen van christenen in tal van door de islam gedomineerde landen. Daar waar onder de betreffende dictaturen een zekere status quo heerste ten aanzien van het multi-religieus samenleven, is er in de plotselinge veranderingen van de laatste jaren vaak sprake van een soort etnisch-religieuze zuivering. De oeroude christelijke gemeenschap in Bagdad is in enkele jaren zo goed als verdwenen; de berichten over christelijke minderheden in door de opstandelingen veroverd gebied in Syrië zijn onrustbarend; in Indonesië wordt wetgeving voorgesteld die de godsdienstvrijheid, lees de vrijheid voor niet-islamitische gelovigen, verder inperkt. En dan is er de waslijst van vaak ongekend wrede aanslagen door islamistische groeperingen in tal van Afrikaanse landen op christenen en kerken.
De opdracht aan de vredelievende en tolerante moslims is immens: hoe hun geloof in overeenstemming te brengen met en dienstbaar te maken aan de moderne wetenschap, het wereldwijd omarmde bestuursvorm van de democratische rechtstaat en de daarbij behorende universele rechten van de mens. Het is dan ook van de grootst mogelijke betekenis dat tal van moslims met wortels in de Arabische wereld maar hier geboren en getogen in staat blijken om de principes van onze rechtstaat met die van hun religie met elkaar te verbinden. Hun stem en hun ervaring is dan ook van onschatbare waarde voor de toekomst van het wereldwijde samenleven. Wat Wilders ook weer denkt te gaan roepen komende jaar over de islam, dit moet scherp in beeld blijven.
Vervolging of niet, het christendom blijkt nog steeds de snelst groeiende godsdienst wereldwijd. Dat gaat overigens geheel buiten ons gezichtsveld om. Met name in Afrika en Zuid-Amerika, maar ook in delen van Azië groeien de kerken als kool, waarbij opvalt dat het vooral de losse Pinksterkerken zijn die nieuwe mensen aan zich weten te binden. Overigens gaat dat ook nog al eens ten koste van de positie van de bestaande kerken. Met name in Zuid-Amerika dreigt de Rooms-Katholieke kerk haar dominante positie te verliezen en dat nadat die positie in veel Europese landen al is ingeleverd, maar dan onder invloed van de ontkerkelijking.
Opvallend waren de verschuivingen in de Verenigde Staten. Het protestantisme (in al zijn variaties) verloor het afgelopen jaar zijn meerderheid en het percentage niet-gelovigen is daar nu behoorlijk aan het stijgen, daar waar allerlei godsdienstsociologen zich altijd erover verbaasden dat in dit gidsland van wetenschap en techniek het traditionele christelijk geloof zo sterk en onaantastbaar bleek.
De vondst van het zogenaamde Higgsdeeltje begin juli brachten de wetenschappers van deze wereld in allerlei vormen van extase. Het gangbare natuur-wetenschappelijk model blijkt te kloppen. De onderliggende suggestie: nog even en we zijn nog dichterbij het geheim van het ontstaan van het universum. Het ‘goddeeltje’ werd het dan ook wel genoemd. En de Hubble-telescoop toonde ons een beeld uit dat universum van 3,2 miljard lichtjaren ver. We keken in een onvoorstelbaar ver verleden. Nog 0,7 miljard lichtjaren en dan zie we de oerknal, zo werd ons verteld. De duizelingwekkende cijfers, de niet-voorstelbare werkelijkheid aan ons getoond, wat zegt het ons? Wat raakt dat in onszelf? Wat zegt het van onze positie als mens anno 2012 en wat zegt het van God. Alles of niets? Of een beetje? Die laatste optie streep ik voor mezelf weg.
Een zoekende samenleving
De verkiezingen in september waren noodzakelijk nadat de PVV van Geert Wilders de verdere regering van VVD en CDA niet meer wenste te steunen toen het op moeilijke keuzes aankwam. De verkiezingsuitslag mag historisch worden genoemd, omdat de christelijke politiek een ongekende neergang beleefde. De ijzersterke positie die het CDA altijd in het midden van de politieke arena innam werd volkomen onderuit gehaald. De twee andere traditionele ‘grote’ partijen ter linker- en rechterzijde de PvdA en VVD namen het initiatief tot het vormen van een nieuwe regering.
De interne discussie binnen het CDA die geen discussie mocht worden over de samenwerking in gedoogverband met de PVV heeft tallozen diep geraakt in hun overtuiging dat het niet kán om samen te werken met een partij die de levensovertuiging van een miljoen landgenoten beschimpt en beledigt. Toenmalig formateur Lubbers en CDA-voorman Verhage gaven onlangs aan minstens de nodige inschattingsfouten te hebben gemaakt. Ik vind dat op zijn zachtst gezegd een nogal platte analyse, daar waar mensen als Hirsch Ballin met ijzersterke historische, morele en juridische argumenten voluit waarschuwden voor een politieke samenwerking met de PVV. Horende doof lijkt mij dan ook passender.
Maar er is nog iets anders aan de hand. De verkiezingsuitslag bevestigt al die onderzoeken die aangeven dat wij als samenleving niet meer goed weten wat ons met elkaar verbindt en wat onze dragende waarden zijn. De historische banden tussen kerkelijken en het CDA blijken nu door velen te zijn losgelaten. Een groot deel van de kiezers laten zich leiden door zoiets als de ‘uitstraling’ van de lijsttrekker, maar het dragende en gemeenschappelijke verhaal dat een heldere visie heeft voor ons samenleven in de toekomst is uit beeld geraakt.
Dat betekent dus ook dat het ‘dragende verhaal’ van het christendom als bakermat van onze samenleving niet meer als uitgangspunt van ons samenleven geldt. Iedereen mag in dit land geloven wat h/zij wil, maar het is de bedoeling dat dat vooral een geloof voor achter de voordeur blijft. Meer dan ooit wordt het geloof gezien als een soort particuliere hobby die in de privésfeer kan worden uitgeoefend. Wetgeving die lange tijd ten nauwste verbonden was met het christelijk geloof, zoals de wet op de zondagsrust en de winkeltijdenwet, worden nu losgelaten of verhuisd naar de gemeenten.
Dat hiermee iets unieks verloren gaat dat ook maatschappelijk-cultureel diep in onze samenleving is ingebed blijkt het nu af te leggen tegen de eis om op elk moment van de week te kunnen blijven geld verdienen. Het grote goed van een nationaal-breed moment dat er even niets hoeft en er tijd is voor bezinning, rust, sociale contacten, enz. wordt losgelaten.
Met hetzelfde argument dat de religie niet gaat over het maatschappelijk leven is het besluit genomen om de financiering van uitzendingen van religieuze en kerkelijke instellingen te schrappen. Waarom een programma als Spuiten en Slikken van BNN en het enorme salaris van Matthijs van Nieuwkerk van De Wereld Draait Door wel uit gemeenschapsgeld betaald kan blijven worden en een uitzending van een kerkdienst van de IKON niet is volstrekt willekeurig. Maar het is duidelijk: de dominante seculiere visie dat alles van levensbeschouwing enkel behoort bij de privésfeer zet hier de toon en stuurt de besluitvorming.
Wat is het dragende verhaal van onze samenleving? Dat blijft de vraag, zeker nu ook de stap is gemaakt om illegaliteit strafbaar te stellen. Mensen die vaak met de moed van de wanhoop op zoek zijn naar een menswaardige toekomst, maar door alle regelgeving en de onwil van hun thuisland tussen wal en schip zijn geraakt worden opgepakt, bestraft om vervolgens in een verder uitzichtloze situatie te geraken.
Gemeenten protesteren. De humaniteit is in het geding. De mensen in de Vluchtkerk in Amsterdam staan symbool voor een samenleving die verhardt, maar hun vaak jonge helpers, zij staan symbool voor het verlangen naar een humane samenleving.
De bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking heeft veel stof doen opwaaien. Is het immers geen bezuiniging op de hulp aan de allerarmsten van deze wereld? En ook in ons eigen land wordt voelbaar hoezeer de bezuinigingen vooral de kwetsbaren treft. De voedselbanken kunnen de toeloop nauwelijks meer aan. De diaconieën in de met name de grote steden melden een forste stijging van aanvragen van extra ondersteuning.
Een reeks van incidenten bepaalde onze samenleving scherp bij die vraag naar de dragende gemeenschappelijke waarden. De volkomen uit de hand gelopen rellen in Haren die duizenden jongeren via de social media bijeen hadden gebracht. De zelfgekozen dood van twee jongeren die geen toekomst meer voor zich zagen vanwege het doorgaande gepest op hun school. De grensrechter die het met zijn leven moest bekopen dat hij zijn vlag op een verkeerd moment had opgestoken naar de mening van een paar voetballers. Nee, zeiden de commentaren in koor, we kunnen niet meer spreken van incidenten. En dus kwam er, zij het aarzelend, die conclusie die menig cultuurvolger al lang had getrokken: waarden als fatsoen, rekening houden met een ander, geduld, respect voor een ander; het blijkt te vaak niet meer als basiswaarden, als uitgangspunt van handelen gebruikt te worden. Wat wel? De eigen korte-termijn-impuls, de kick, de sensatie, de ultieme beleving. Sommigen zeggen: we zijn van een waardencultuur in een belevingscultuur terecht gekomen.
Maar tegelijkertijd roept dat ook een tegenbeweging op: het verlangen deel uit te maken van een positieve beweging en ook dat wordt telkens zichtbaar. Mislukte dat deze zomer samenleving breed via de voetbal volkomen, de week voor Kerst met Serious Request in Enschede was er echter een schoolvoorbeeld van. Een massale gebeurtenis van louter positiviteit zonder één wanklank met een indrukwekkend en tot de verbeelding sprekend resultaat.
De kerk: problemen en vernieuwing
De nasleep van de onderzoeken naar het seksuele misbruik in met name de Rooms-katholieke kerk is in het afgelopen jaar eigenlijk voortdurend voelbaar. Hier in Hengelo wordt een monument voor de slachtoffers onthuld en inmiddels is er voor ruim 2,5 miljoen euro aan smartengeld uitgekeerd.
De uitspraken van de paus over homoseksualiteit van het afgelopen voorjaar en het statement over het gezin als het enig natuurlijke samenlevingsverband hebben wereldwijd weer een storm van kritiek opgeleverd, ook al nuanceren goede lezers dat hij met die toespraak vlak voor kerst het niet over de positie van homoseksuelen had. Feit is natuurlijk wel dat het Vaticaan een uiterst scherpe campagne voert in allerlei landen waar het homo-huwelijk mogelijk wordt gemaakt.
Redacteur levensbeschouwing van de Tubantia Theo Krabbe schreef in zijn meest recente column over de positie van de kerk dat het zal moeten gaan over herstel van vertrouwen, daar waar het vertrouwen door alle berichten, maar ook door de minstens onhandige communicatie van de paus ernstig geschaad is. De website ontdopen.nl werd tot verbazing van de oprichter ervan in de afgelopen week tienduizenden keren bezocht door mensen die kennelijk van de kerk af willen of dat overwegen.
Er zijn ook andere, positievere reacties dan kerkverlating te vinden. Nieuwe vormen, nieuwe gemeenschapsverbanden worden gezocht zoals hier in Twente de oprichting van de Ecclesia die inmiddels maandelijks bijeenkomsten houdt in de Waterstaatskerk. Overigens spijt het mij bijzonder dat er niet eerst gekeken is wat met onze kerken in dit opzicht mogelijk zou zijn geweest. Ik zag een win-win-situatie voor me die over en weer vruchtbaar zou kunnen zijn geweest.
Feit blijft dat de ontkerkelijking in ons land onverminderd hard doorgaat. Van de tien kerkelijke jongeren zeggen er acht niet verder te willen met de kerk. Onze kerk, de Protestantse Kerk in Nederland verloor afgelopen jaar elke week 8.000 leden. De Tubantia gaf twee weken geleden in een overzichtje over onze regio aan hoeveel kerken er op het punt staan hun deuren te sluiten: in Enschede, Borne, Almelo zijn al besluiten genomen. In onze stad komt het bestuur van de Goede Herderparochie dit voorjaar met een plan naar buiten, maar vaststaat dat daar ook forse maatregelen zullen worden aangekondigd. En eind februari zal onze commissie Concreet met voorstellen naar buiten komen voor onze drie wijkgemeenten die een vernieuwde vorm van kerk-zijn in de stad combineert met een op termijn afgeslankte organisatie.
Al jaren lang wordt er gewaarschuwd dat uitkomsten van de actie Kerkbalans naar een keerpunt moeten gaan. De tendens was decennia lang: minder mensen brengen meer op. In het afgelopen jaar lijkt dat keerpunt te zijn bereikt, wie weet ook wel onder invloed van de sombere economische vooruitzichten: de actie bracht landelijk minder geld op.
Natuurlijk zijn er de plannen om het tij te keren. De Rooms-katholieke kerk spreekt van een ‘catechetisch offensief’, het Evangelisch Werkverband heeft het over ‘grootse plannen’ en onze kerk kent zijn missionaire rondes die de plaatselijke gemeenten moet aanzetten tot meer wervingskracht. En er is geld vrijgemaakt om vernieuwende en/of experimentele vormen van kerk-zijn van de grond te tillen. De vraag is dan: moet de kerk wervend zijn of het christelijk geloof of allebei? Ik geloofde mijn ogen niet toen in Kerkinformatie promotiemateriaal werd aangeprezen in de vorm van fruitstickers. Wij worden uitgenodigd stickers op bananen te plakken waarop de vraag staat: ‘Is geloven krom?’ En voor de appels: ‘Maakt geloven zuur?’. Als ik dat lees dan denk ik: nemen we onszelf als geloofsgemeenschap en het evangelie eigenlijk nog wel serieus? Men zegt: het is ludiek. Ik zeg: het is bespottelijk en genant.
Een van de kritische noten die het afgelopen jaar werden gekraakt over onze kerk was de rol van de preek. Een stevige discussie ontstond over een onderzoek waarin werd gesteld dat het niet best gesteld is met de kwaliteit van de preek in onze kerken. Teveel cultuurpessimisme, te weinig hoopvol, te vaag, te weinig confronterend, geen rekening houdend met wat moderne mensen verlangen enz.
Hoe je er ook tegenaan kijkt, feit is dat ook dit jaar het kerkbezoek sterk is teruggelopen. Dominee 2.0, een verzamelnaam van jonge dominees en theologiestudenten kwam met een manifest naar buiten dat het vooral allemaal anders moest. Ik schoof naar het puntje van mijn stoel, want ik was reuze benieuwd hoe en wat anders. Ik citeer de kern van dit manifest: ‘We merken dat er in de kerk schroom is als het gaat om spreken over wat geloof voor mensen persoonlijk betekent. Wij hebben het idee dat deze schroom een uitwas is van een bescheidenheid die is opgetreden uit reactie op te makkelijk en te dwingend spreken van de kerk. Onze generatie theologen is gewend concreet over God en geloof te spreken, we beschikken over vrijmoedigheid, overtuiging en enthousiasme. Wij kiezen voor een weg voorbij het dwingend spreken, maar ook voorbij de schroom om God ter sprake te brengen’. Vervolgens keren de opstellers zich tegen de ‘17e eeuwse cultuur’ in de kerk waar zij als jonge predikanten aan zouden moeten voldoen.
Ik herkende eerlijk gezegd weinig of niets in die kritiek. Als ik zie wat er in de laatste decennia tot stand is gekomen aan leerhuizen, gesprekskringen, bijbelstudiegroepen en wat niet al waar juist het persoonlijk gesprek over God en Bijbel plaatsvond en plaatsvindt. Maar theologisch is er natuurlijk wel wat aan de hand en niet zo weinig ook: de opstellers zeggen ‘concreet’ over God te willen en te kunnen spreken. Laat dat nu precies het heikele punt zijn: het klassieke godsbeeld waarin over God wordt gesproken in termen van almacht, schepping en voorzienigheid geeft geen antwoorden op de fundamentele vragen van nu, zo blijkt. In tal van momenten, ook in dit huis, wordt dat telkenmale bevestigd, in leerhuis, gesprekken met twintigplussers, leiding van nevendienst enz.: het geloof van weleer voldoet niet. De theologie van weleer schiet tekort. En dan kun je als wervend bedoelde stickers op bananen en appels plakken tot je ons weegt, of missionaire rondes met weet ik wat voor modellen houden: hier is de kerk wat mij betreft goed voor: om in alle kwetsbaarheid en eerlijkheid de geloofsvragen opnieuw te mogen en te durven stellen. En ja, zeg ik er dan direct achteraan, ja de Bijbel biedt een schat aan mogelijkheden om ook die vragen van eigentijdse antwoorden te voorzien die mensen van nu niet het bos van de twijfel en vage vroomheid insturen.
Nog een reactie die niet onbenoemd mag blijven: er lijkt een nieuw soort brede oecumene te ontstaan naast de al bestaande organen zoals de Raad van Kerken. Begin oktober kwamen op een kletsnat Malieveld zo’n drieduizend gelovigen vanuit allerlei kerken bijeen als een soort startmanifestatie. Van rooms-katholiek, protestantse en pinksterkerken waren er vertegenwoordigers, doorgaans van orthodoxe en neo-orthodoxe snit. De drijfveer is duidelijk, men wil om de bestaande verdeeldheid heen met een nieuw elan het christelijk geloof gezamenlijk naar buiten brengen.
Tal van nieuwe initiatieven en experimenten geven een antwoord op het verlangen naar vernieuwing. Danny de Munk als een lijdende Christus, Frans Bauer als Judas en Filip Freriks als evangelist wisten miljoenen te boeien in een moderne passie uitgezonden vanuit Rotterdam. Dat zijn de initiatieven die opvallen. En in tal van plaatsen zijn er nieuwe initiatieven. God is terug in Jorwerd in de vorm van het zogenaamde Nijkleaster, het nieuwe ‘klooster’ dat staat voor rust, bezinning, op adem komen. Het hangt in de lucht, het is voelbaar, dat diepe verlangen om te leren leven vanuit het vertrouwen. Nee, niet in de vrije markt, maar in de Eeuwige.
Persoonlijke terugblik
Dat kernwoord ‘vertrouwen’ is voor mij ook het kernwoord als ik kijk naar mijn ambtswerk en onze Brongemeente en het proces dat we als Hengelose Protestantse Kerk meemaken. De keuze die we twee jaar geleden maakten om met elkaar intensief in gesprek te gaan over ons verlangen naar een vernieuwde kerk was een keuze van het vertrouwen. Dit jaar was wellicht het lastigste, want we moeten nu de commissie Concreet zijn werk laten doen. En tegelijkertijd ervaar ik op dit punt ook in mezelf een opmerkelijke rust. Wat er ook uitkomt, het proces, de stappen die we maakten waren goed. Natuurlijk vond ik het geweldig dat het verhaal over die zoektocht dat ik bij het jubilerende magazine Volzin inleverde de eerste prijs kreeg toebedeeld. De jury onder leiding van godsdienstsocioloog Joep de Hart zette een dik uitroepteken bij de betekenis van onze gezamenlijke zoektocht naar een aansprekende en eigentijdse vorm van kerk-zijn.
Ik besteedde de zes weken studieverlof tussen Pasen en Pinksteren aan een studie over de Islam. Het heeft me gesterkt in mijn geloof dat als we durven te spreken van God, dat we dan altijd over één Werkelijkheid spreken die niemand kent, maar die Bron is van alle mensen, van alle leven, die ons roept, aanspreekt mens te zijn voor de ander die aan ons als naaste gegeven wordt.
Samen met Enis Odaci, moslim en Korankenner publiceerden wij het een en ander en gingen we soms op pad met de kernboodschap: de taal van het vertrouwen breekt de muren tussen mensen en volken en religies af. En tot onze vreugde merken we telkens dat die boodschap zelfs geharnaste gelovigen in beweging brengt. Ik bestudeerde zes weken de islam, Enis volgt inmiddels de christelijke cursus Theologische Vorming voor Geïnteresseerden die in dit huis een mooie doorstart maakte. Ook deze samenwerking is voor mij een bron van inspiratie.
Naar 2013
In mijn kerstmorgenpreek zei ik het al: ik voel me zeer aangesproken door de Mayaman die vertelde dat hun nieuwe kalender een nieuwe tijd uitroept. Hij roept het met alle profeten, met Simeon en Anna, met Jezus en zijn komende Koninkrijk: van Godswege hebben wij de opdracht om deze aarde tot een huis van vrede en welzijn te maken voor alle mensen en alle volken en al wat leeft.
De crisis van onze tijd is ten diepste de crisis van het vertrouwen. De vlucht in schijnzekerheden als het opkomende nationalisme, de terugval in geharnaste orthodoxie van welke religieuze vorm dan ook, het angstig afschermen van het eigen bestaan in een schijnwereld van quasi zorgeloosheid zo lang het duurt: het zijn allemaal varianten ingefluisterd door de angst en de fundamentele onzekerheid waarop het moderne wetenschappelijke wereldbeeld geen enkel antwoord op weet te formuleren. De toekomst is aan een geestrijke vernieuwing van het vertrouwen tussen mensen en volken. En daarvoor is de vernieuwing van de godsdienst, naar mijn vaste overtuiging, een voorwaarde. Huiswerk dus in overvloed voor de kerken, voor de theologie, voor ons als plaatselijke gemeente. En tegelijkertijd is het een huiswerk van loslaten, van gebed en bezinning, van tot rust komen, van taal die tot het randje gevuld is met geest, met liefde, met hoop.
Ik wens jou en allen die je lief zijn een Nieuwjaar toe waarin je je rust vindt in de Eeuwige die jou kent als geen ander.