Islam en humor, gaat dat wel samen? Natuurlijk gaat dat niet samen, wat denkt u wel? Probeert u het eens. Voordat u het weet bent u in het trotse bezit van een fonkelnieuwe fatwa, uitgesproken door een of andere geestelijke uit Saoedi-Arabië. Flauwe grap, akkoord. Laat mij de grenzen even oprekken: islam en humor, dat is als een tang die op een varken slaat. Humor, islam, varken, vat u ‘m? U voelt, ik begeef mij inmiddels op glad ijs. Dan heb ik het nog niet over een naam van een profeet of een naam van een heilig boek gehad. Not done, nada, ik wil mijn volgende verjaardag ook graag meemaken.
Humor wordt vaak geassocieerd met het aan inflatie onderhevige containerbegrip ‘vrijheid van meningsuiting’. Zijn cabaretiers, die twee keer nadenken over een potentiële grap waarin Allah, Mohammed en de Koran in een zin voorbijkomen, beknot in hun vrijheid? Of vinden ze dat er geen echte grappen kunnen bestaan over de islamitische heilige drie-eenheid? Ik neig meer naar het eerste. Mensen raken beknot in hun vrijheid als ze op basis van hun grappen en grollen, ongeacht het onderwerp, bedreigd of zelfs gedood worden. Humor is namelijk duiding. Humor is het ventiel in een wiel die op springen staat. Als je als cabaretier geen grappen durft te maken over de islam, moet je overigens een ander vak kiezen. Je hebt of een boodschap en een grote bek, of je hebt een boodschap en een grote luier. Just kidding, alhoewel?
Omvat vrijheid van meningsuiting, waaronder ik humor schaar, ook de vrijheid om te beledigen? Ik hoor het Theo van Gogh nog zeggen: “ja, ik heb godverdomme het recht om Mohammed een geitenneuker te noemen!” Daar zat natuurlijk geen spatje humor tussen, maar een statement. U begrijpt dat ik het volgende punt wil maken: humor en lange tenen vormen een klassiek vechthuwelijk. Waar loopt de grens? Eenvoudig. Die grens is er helemaal niet! Het zijn namelijk twee losstaande werelden. Grappenmakers zien een wereld vol heilige huisjes in de vorm van moskeeën, kerken en hier en daar een verdwaalde synagoge. De man of vrouw met de Lange Tenen ziet respectloze en botte schreeuwers die alleen uit zijn op effectbejag. Hadden zij de Bijbel of de Koran maar oprecht gelezen, dan zouden ze wel anders piepen.
A propos, Bijbel en Koran. Het valt mij op dat gelovigen erg goed zijn in het citeren van heilige boeken. Een gesprek tussen een willekeurig iemand en, in dit geval een moslim, gaat vaak als volgt. Henk vraagt aan Ali waarom hij iets doet. “Omdat het in de Koran staat!” Op elke vraag van Henk heeft Ali Koranverzen klaar staan. Moslims zijn rondlopende Korans. Druk op een knop en er rolt een prachtig vers uit. Voor mensen die in het Grote Niets geloven is dat best wel lastig communiceren. Henk vraagt: “Hoe gaat het met de kinderen?” Antwoord van Ali: “Elhamdulillah!” Vertaling: God zij geprezen! Henk schudt zijn hoofd in verwarring, hij weet namelijk nog steeds niet hoe het met de kinderen gaat.
Enfin, islam en humor, gaat dat nu wel of niet samen? Uiteindelijk kunnen u en ik er de wetenschap, theologie, cultuur, sociale context, en al het andere er bij slepen om die vraag te beantwoorden. Nergens voor nodig. Ik durf met stelligheid te zeggen, hand op de Koran, dat ze wel samen gaan. Humor is namelijk spelen met taal. Humor brengt de complexe samenleving, godsdienst incluis, terug tot begrijpelijke proporties. Humor doet dus vanzelfsprekend ook pijn, zet je aan het denken, maakt je wakker, houdt je scherp. Zeker in een land als Nederland waar assertieve kaaskoppen heel lang de kat uit de boom kijken en hun vooroordelen maar al te graag bevestigd zien (grapje?), kan een beetje humor in de islam geen kwaad. Als je tot de categorie Lange Tenen behoort staat het je vrij een andere gesprekspartner te kiezen, een andere cabaretier en ook een andere columnist. Dat is pas lachen!
Meer info?
Dit artikel is gepubliceerd op NieuwWij.nl