Beste Herman,
Pasen is zeker een bijzondere tijd voor jou, hoe uit zich dat?
Zeker, laat ik je iets ‘kleins’ vertellen. In een kleine kring zitten we vorige week bij Marte thuis. Dat is handig, want zij kan haar huis eigenlijk niet uit. Rolstoel gebonden en meer dan dat. Elke zondagmorgen doet zij haar computer aan: via kerkonline is ze met ons verbonden. Ik zie de mensen in de kerk; maar ik ‘zie’ haar in haar flatje. Ik weet dat ze er is. Zo eens in de maand komen we met dat groepje bij haar. Om te praten over de dingen van het leven die er toe doen: over geloof, hoop en liefde dus.
Maar deze keer, in de week voor Pasen is het anders. We vieren, gedenken, delen: het verhaal van Jezus en zijn vrienden bij dat laatste avondmaal, toen hij het brood brak en het over zijn lichaam had. En de beker wijn ronddeelde en sprak over ‘een nieuw verbond in mijn bloed’. Mysterieuze en verwarrende woorden die nu in die kleine kring herhaald worden. Het brood wordt gebroken, de wijn gedeeld. Marte heeft een rietje nodig. Met ontroering bedenk ik: een kleine 2000 jaar mystieke verbondenheid – als het moet via een rietje. Het is de kwetsbaarheid ten top. Maar zo mooi, zo intens, zo tot op het hart.
Het verhaal van die gekruisigde die zichzelf deelt als in gebroken brood en uitgeschonken wijn – op dat flatje in Hengelo-Noord is hij erbij. Springlevend en zo menselijk kwetsbaar tegelijk.
Meer info?
Deze column is op 22 april 2014 verschenen in het Hengelo’s Weekblad van Wegener Media