In Trouw van 11 november 2014 is een column te vinden van Jean-Jacques Suurmond met de titel: ‘Beker of Zwaard’. Suurmond begint zijn column met de vraag: Wat zou Jezus hebben gedaan als hij Mohammed was geweest? De column eindigt met de woorden: “Een religie die de boodschap van een gewelddadige profeet als centrum heeft, is fundamenteel onmachtig om vrede onder aanhangers te bevorderen. We zijn wat we geloven.” Enkele deskundigen op het gebied van islam en christendom besloten een reactie op de column van Suurmond te schrijven.
Door: Arnold Yasin Mol, Jonas Slaats en Enis Odaci
Jan Jacques Suurmond schrijft in Trouw: “Een religie die de boodschap van een gewelddadige profeet als centrum heeft, is fundamenteel onmachtig om vrede onder aanhangers te bevorderen. We zijn wat we geloven.” Die gewelddadige profeet is Mohammed, en de religie in kwestie is de islam.
Suurmond gebruikt ter illustratie het verhaal over de joodse stam, Banu Qurayza, die in opdracht van de profeet Mohammed zou zijn gedood. Mohammed is in de ogen van Suurmond daarom een krijgsheer met in zijn linkerhand een afgehakt hoofd, en in zijn rechterhand een zwaard. Jezus is daarentegen de ultieme vredestichter met de avondmaalsbeker in zijn hand. Hoe essentialistisch wil je het hebben?
Wat bijna nooit wordt vermeld is dat de joodse Banu Qurayza een vredesverdrag had geschonden. Een andere, Mohammed volgende, joodse stam werd door de Banu Qurayza aangesteld als rechters. Die baseerde de strafmaat op hun eigen traditie, Deuteronomium 20:10-18. De andere keren dat Mohammed wel zelf oordeelde over vijandige joodse stammen, liet hij ze gaan.
Er is een trend waar te nemen: degenen die van de barbaarsheid van Mohammed willen uitgaan, stoppen bij de bronnen die dit lijken te bevestigen, ook al zijn die bronnen helemaal of gedeeltelijk onjuist.
Christelijke theologen benaderen de islam en Mohammed met het Evangelie in de hand. De biografische verzamelingen in het Evangelie worden als canon gezien – een geaccepteerde samenstelling van bronnen. In deze verzameling lezen we over het leven en de leer van Jezus. Vanuit die optiek wordt onterecht aangenomen dat de biografische werken over Mohammed ook als een canon gelezen kunnen worden. Zo stelt Suurmond de biografieën van Mohammed gelijk aan de islamitische theologie, dan aan de hele Koran, en tenslotte aan de moslimgemeenschap. Komt geweld voor in de biografie, dan komt het dus ook voor in de gemeenschap.
Islamitische theologie gaat altijd uit van de Koran, het onbetwiste canon van de islam en het oudste werk van en over Mohammed. De Koran wordt begrepen vanuit de taal en intertekstuele context, vervolgens vanuit profetisch commentaar en dan pas vanuit historische context. De vele bronnen van waaruit de biografie van Mohammed is geconstrueerd worden daarom door vooraanstaande islamitische geleerden afgewezen wanneer ze de Koran tegenspreken of wanneer de bron onbetrouwbaar is.
De Koranverzen die handelen over oorlog, en die dus een geaccepteerd verslag zijn Mohammed’s actieve leven, kenmerken zich als ethisch-humanistisch en op vele elementen overeenkomstig met modern internationaal recht. De Koran accepteert alleen zelfverdediging en staat het bevechten van ongewapenden niet toe. Daarnaast benadrukt de
Koran het sluiten van vredesverdragen. Inhumaan en offensief geweld is daarom niet in een rechte lijn te herleiden tot Mohammed. Dit gedrag is later geïslamiseerd maar niet simpel islamitisch geïnspireerd. Men moet immers driekwart van de Koran negeren om het te kunnen gebruiken voor offensieve oorlog.
Elke grote cultuursfeer, christelijk, islamitisch, boeddhistisch, of atheïstisch, veroorzaakt geweld. Christelijke theologen kunnen terecht erop wijzen dat Jezus voor vrede stond, en moslims geloven dat Mohammed ook voor vrede stond. Vrede is niet een eendimensionaal begrip. Om massamoorden te voorkomen preekte Jezus in zijn context geweldloosheid en Mohammed preekte in zijn context zelfverdediging. Beiden zijn gericht op de heiligheid van het leven en het indammen van de destructieve gevolgen van geweld.
Onnodige en foutieve vergelijkingen tussen Jezus en Mohammed leiden zonder uitzondering tot één uitkomst: devaluatie van andersgelovigen en een herbevestiging van de eigen waarheid. Elke traditie inspireert. En binnen elke traditie zijn er reactionaire stromingen waar we moeite mee hebben. Dat te erkennen vormt een vruchtbare voedingsbodem om de gezamenlijke toekomst ook gezamenlijk vorm te geven.
Meer info?
Arnold Yasin Mol, Jonas Slaats & Enis Odaci zijn verbonden aan Nieuwemoskee, een islamitisch platform voor kritische denkers.
REACTIE:
door Jean-Jacques Suurmond
Ik weet niet of alle oorlogen van Mohammed louter defensief waren. Daar kunnen grotere kenners van de islam dan ik beter over oordelen. Feit is, en dat erkennen de auteurs, dat Mohammed geweld gebruikte. Iets wat Jezus, die alle reden had om zichzelf te verdedigen in het door Rome bruut bezette Israel, niet deed. Ook niet toen zijn eigen leerlingen hem daartoe wilden verleiden. Als hij al bloed verspilde, was het zijn eigen bloed.
Het is niet mijn bedoeling om de islam of welke religie ook te devalueren. Mijn eigen visie is dat ze als het ware vensters zijn naar de ene God. Wat je dan ziet heeft invloed op je leven, zeker in moreel opzicht. Ik denk daarom (en daar gaat mijn column over) dat het wat uitmaakt of je naar de vreedzame Boeddha of Jezus kijkt, of naar een profeet met een zwaard in zijn hand. Natuurlijk zijn ook boeddhisten en christenen zich vaak aan geweld te buiten gegaan, maar dat konden ze alleen rechtvaardigen door een mythe in de plaats van de Boeddha of Jezus te zetten (bijvoorbeeld de Amerikaanse mythe dat zij ‘God’s chosen country’ zijn en daarom militair mogen ingrijpen). Moslims die geweld gebruiken hoeven dat niet te doen want zij kunnen zich direct beroepen op de concrete oorlogsdaden van Mohammed. Het zwaard zit als het ware al verwerkt in het ‘venster’ waarmee zij naar God kijken (wat natuurlijk niet automatisch wil zeggen dat zij dat ook opnemen want er zijn vele vredelievende moslims).
Samengevat: om geweld te rechtvaardigen moeten christenen de geweldloze Jezus vervangen door een mythe. Dat geldt voor moslims niet. Je zou kunnen zeggen dat het bij hen andersom is. Zij hebben voor vrede een mythe nodig om de krijgshaftige Mohammed te vervangen. Ik meen dat het stuk van Arnold Yasin Mol e.a. al in die richting gaat, met zijn relativeren van Mohammeds biografische gegevens en rechtvaardiging van zijn oorlogen als ‘ethisch-humanistisch’.
Meer info?
Jean-Jacques Suurmond is predikant-geestelijk verzorger, supervisor, coach en publicist, o.a. columnist van het dagblad Trouw. Deze briefwisseling is verschenen op de website van Nieuwwij.