Beste Herman,
zou het waar zijn dat er in elk mens iets van een racist schuilt?
Toe maar. Had je nog niet iets zomers, iets luchtigs kunnen bedenken? Ik zeg wel ‘iets zomers’, maar deze zomer meldden zich honderduizenden aan de zuidgrenzen van Europa. Mensen uit Afrika op volgepakte bootjes. We hebben de beelden gezien. En een paar weken later die stromen vluchtelingen vooral uit Syrië die niet meer geloven in een oplossing van het gruwelijke geweld in hun kapot geschoten land. Terwijl ik dit schrijf verplaatst die golf mensen zich met de moed van de hoop naar het noorden. Onder andere naar ons land. Onze stad gaat 135 asielzoekers opvangen. Maar stel dat het er 10x of 100x zoveel zouden worden.
Jouw vraag wordt dus spannend. Eerlijk antwoord? Als ik iemand tegenkom die ‘anders’ is dan voel ik diep in mezelf iets van huiver, van opletten geblazen. Dat schijnen vrijwel alle mensen te hebben. Heeft met de verdedigingsmechanismen diep in ons brein te maken. Maar daarmee ben ik nog geen racist. De vraag is, hoe ik vervolgens met die eerste ‘primitieve’ reactie omga. Laat ik die eerste reactie uitgroeien tot angst met alle gevolgen van dien? Of besluit ik dat die ‘ander-die-zo-anders-is’ in alle opzichten net zo mens is als ik zelf ben. Dat bepaalt het antwoord op jouw vraag.
Binnenkort is in Bibliotheek Hengelo trouwens precies jouw vraag aan de orde in het kader van het landelijke project ‘Onderhuids’: 9 september 20.00 uur.
Meer info?
Deze column is gepubliceerd in het Hengelo’s Weekblad van 1 september 2015.