Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on email

Beste Enis,
Ik zag dat je onlangs een weekend in een ‘kloosterhotel’ verbleef. Hoe dat zo?

Ik kom graag in kloosters. Mooie zalen, prachtige christelijke kunst, groene omgeving, en er heerst altijd een soort rust waar de mens van opknapt. Omdat ook kloosters met de tijd mee moeten gaan, worden ze vaak geschikt gemaakt voor vergaderingen en overnachtingen. Dan krijg je namen als ‘kloosterhotel’. Ja, waarom niet?

In Vught sprak ik met een groep jonge mensen over ‘barmhartigheid’. Over wat dit woord ook alweer betekent. Joden, christenen en moslims weten meestal wel verhalen uit Bijbel en Koran te vertellen over belangrijke figuren als Abraham, Jezus en Mohammed. Maar een boeddhist dan? Wat vindt hij van barmhartigheid? En wat zegt een humanist over barmhartigheid? Of iemand die niet gelooft? We keken met deze enorm diverse groep dus over elkaars hekjes heen en ontdekten dat een simpel woord als ‘barmhartigheid’ letterlijk honderd verschillende betekenissen kan hebben. En iedereen, ongeacht wat hij of zij geloofde, wist hele diepe emoties te beschrijven met dit ene woord.

Ik ontdekte: religieuze taal is nodig. Wetenschappelijke of economische taal is taal voor het hoofd. Religieuze taal is taal voor het hart. Als we de wereld alleen maar kunnen omschrijven met feiten en cijfers, met rapporten en tabellen, dan verhongert onze ziel. De taal die we spreken is uiteindelijk de eerste stap naar wat we doen. Als we over cijfers spreken, dan behandelen we mensen als cijfers. En als we over barmhartigheid spreken, dan zullen we mensen ook barmhartig behandelen. Omdat het hart dan wakker wordt. Zo simpel is het.

Meer info?

Deze column is gepubliceerd in het Hengelo’s Weekblad.

Share on facebook
Share on google
Share on twitter
Share on linkedin