Hoe moeten mensen die in hun leven nog nooit een moslim hebben ontmoet zich een mening vormen over de islam en moslims? Vaak zit er niets anders op dan de televisiemoslim te promoveren tot prototype moslim, tot standaard moslim.
Binnen de categorie televisiemoslim heb je natuurlijk ook de subcategorie Pauw-en-Witteman-moslim. Dat is een type moslim die, ongeacht zijn functie en bijdrage aan de samenleving, altijd geframed wordt als moslim met een bewijslast. Toon maar aan dat je oké bent.
Imam Mohammed Cheppih haalde onlangs, tijdens een van zijn preken, fel uit naar de opvoedingspraktijken van Marokkaanse ouders in Nederland. Dit naar aanleiding van de dood van een lijnrechter, veroorzaakt door een schop van een Marokkaans voetballertje. Hij schoof na enig wikken en wegen toch aan bij Pauw en Witteman. Je zou denken, de heren interviewers omarmen die man en stellen vragen over hoe hij problemen aanpakt binnen zijn gemeenschap. Welnee, de eerste vraag ging over de scheiding van vrouwen en mannen in de moskee. Je zag de gewiekste Witteman glunderen: zo, die genuanceerde imam had ie toch maar weer even in de gewenste hoek gezet, geframed.
Toen cabaretier Theo Maassen een week later aan tafel schoof om tekst en uitleg te geven over zijn stelling dat de beveiliging van Geert Wilders zijn eigen schuld is, was de tafel te klein. De moslims waren schuldig! Een reeks van grappen van cabaretiers over moslims volgde en wat hadden de heren een lol aan tafel. Wat zou er gebeurd zijn als niet Maassen, maar een moslim bij Jeroen en Paul aan tafel dezelfde stelling over Wilders had geponeerd? Ik vermoed dat Hans Hansen, Leon de Winter, Afshin Ellian en een willekeurige PVV’er elk een kwartier los zouden worden gelaten op het armzalige stukje vlees dat die slechte grap had durven maken.
Toch ben je uiteindelijk als televisiemoslim natuurlijk zelf verantwoordelijk voor de beeldvorming. Moslims wéten toch wat ze kunnen verwachten bij Pauw en Witteman aan tafel? Waarom zitten ze er dan? Ik kan twee redenen bedenken: enerzijds de naïeve hoop dat ze de beeldvorming kunnen beïnvloeden, ten goede of ten slechte. En anderzijds: ijdelheid. Jazeker, ijdelheid.
Kader Abdolah is voor veel mensen zo’n ijdeltuit. Je vermoedt dat als de camera’s niet meer draaien hij opeens perfect ABN spreekt en zijn snor afdoet. Maar zodra hij in de media verschijnt, begint hij met een zwaar accent in de derde persoon over zichzelf te spreken. Kijk, die heeft het prima begrepen: hij heeft afstand ingebouwd tot de televisiemoslim. Moskee? Haatbaard? Sharia? Allemaal iets van anderen.
U begrijpt, ik gebruik bewust de stijlvorm van overdrijving. Maar u en ik weten ook dat deze beelden bij vele mensen daadwerkelijk bestaan. De beeldvorming in de media is voor die mensen persoonlijke realiteit geworden. Voordat je besluit om een moslim, zo een van vlees en bloed, te willen leren kennen, zijn er vele drempels te nemen. Drempels die vaak gebaseerd zijn op beelden. Ook op feiten natuurlijk, maar beelden gaan in televisieland nu eenmaal vooraf aan feiten.
De wereld is niet zwart-wit. Nooit geweest, ook. Waarom stellen de dames en heren programmamakers de televisiemoslim geen vragen in de trant van: Hoe gaan we om met onze zonen en dochters die verliefd worden op jongens en meisjes uit een andere cultuur? Wat kunnen we leren van rolmodellen als Aboutaleb? Of vragen die we ook stellen aan politici: wat is jullie visie op de toekomst van Nederland? Mooie, open vragen.
Daarom mijn advies: ziet u een moslim op TV, zap snel naar een ander kanaal of doe het ding uit. Behalve bij Kader Abdolah.