INLEIDENDE OPMERKINGEN
Na het bestuderen van ‘Een seculiere tijd’ van de Canadese cultuur-filosoof Charles Taylor in m’n vorige studieverlof van 2012 besef ik meer dan ooit hoezeer wij in een tijd leven waarin alle denkbare levensvisies naast elkaar blijken te kunnen bestaan. Niets lijkt daarom meer vast te staan. De onvermijdelijke onderliggende onzekerheid en angst die daarmee gepaard gaat kleurt onze tijd als ‘Een tijd van onbehagen’, om het met de titel van een befaamd boek van de Leidse filosoof Ad Verbrugge te zeggen.
Ik zie het als een ‘must’ voor mijn theologiseren een doorgaande poging te doen ‘de vinger aan de pols’ van de tijdgeest te houden. Op voorhand een onmogelijke onderneming natuurlijk. Een poging, inderdaad, niet meer dan dat. Ooit leerde ik dat de taal en beelden van de reclame een bron van informatie op dit punt leveren. Voorbeeld: ‘Ervaar nu de vrijheid van je eigen glasvezelaansluiting’ (schijnt actueel in mijn wijk) dan is het woord ‘vrijheid’ met zorg door de reclameontwerper gekozen: hij peilt terecht ons niet-verlost-zijn, onze onvrijheid, onze schrik bij de ontdekking dat ons autonome en verlichte mensbeeld schipbreuk leidt op de rotsen van de post-moderne consumptiecultuur. De reclameslogan als evangeliewoord dus. Onrustbarend leerzaam.
Maar ik ben om diezelfde reden niet minder geïnteresseerd in de vraag welke verbeeldende taal in de wereld van kerk en theologie gebruikt wordt als antwoord op het onbehagen van deze tijd. Het antwoord van de terugtrekking op de religieuze grondvesten van weleer is momenteel zo’n in het oog springend antwoord. ‘Back to the basics’: deze simpele en wat mij betreft simplistische slogan heeft onze Protestantse Kerk omarmd als uitgangspunt van haar denken over ‘Kerk 2025’. ‘Back’ lijkt mij immer een onmogelijke opgave. Forward graag. Restauratie leidt tot een museumgeloof. De dogmageschiedenis leert ons dat de geloofsvoorstellingen zich altijd verhouden tot het paradigma van de betreffende tijd. Gemakkelijker kunnen we het niet maken en leuker ook niet.
Maar zijn er ook nog andere geluiden? Ik probeer ze op te vangen. Ik schaf boeken aan die zich aandienen als (een) antwoord of tenminste een (theologische) duiding van de tijd, allemaal vanuit verschillende perspectieven. Het stapeltje boeken dat om mijn aandacht vroeg groeide gestaag. Ik had er meer willen lezen.
M’n eerste synodevergadering van 23 en 24 april vroeg de nodige voorbereiding, maar paste wel inhoudelijk naadloos bij de vraag hoe te antwoorden op wat er nu gaande is. Voor de kerk qua organisatie in elk geval een schrikbarend snelle en doorgaande krimp van het ledenbestand. De verder uit te werken nota ‘Kerk 2025’ moet het kerkelijk antwoord worden (zie hier voor een verslag).
Zoals onze plaatselijke gemeente in Hengelo heeft ervaren gaat het daarbij om het wiebelige evenwicht tussen sanering en vernieuwing, tussen de doorgaande lijn van de traditie en de noodzaak uit andere aansprekende vaatjes te gaan tappen, tussen schuivende inhouden en de (eigentijdse?) vormgeving daarvan.
Ik ben tijdens dit verlof de kerkelijke vergaderingen blijven bijwonen die eveneens over die vraag naar de toekomstige plaats van de kerk in de samenleving gingen. De beleving van deze periode was dus niet die van het terugtrekken in het spreekwoordelijke ‘hutje op de hei’, maar eerder die van een intensieve interactie tussen reflectie op onze tijd en de kerkelijke zoektocht hoe daar op te antwoorden.
Hieronder geef ik telkens een impressie (dus geen uitputtende, laat staan volledige samenvatting) van de gelezen boeken vanuit bovenstaande centrale vraagstelling: welk antwoord formuleert de schrijver op de vragen van deze tijd? Ik vertel er iets over in de volgorde waarin ik ze gelezen heb.
U kunt het volledige verslag downloaden via deze link.